Voor de Vreg, de Vlaamse energieregulator, is de doorrekening van de groenestroomsubsidies in de stroomprijs, de grote schuldige in de stijging van de gemiddelde elektriciteitsprijs vorig jaar. De Vreg steekt niet onder stoelen of banken dat Vlaanderen geconfronteerd wordt met een onbetaalde groene stroomfactuur, waarmee het bovendien geen raad weet.
De distributiemaatschappijen Eandis en Infrax hebben samen meer dan 700 miljoen euro subsidies uitgekeerd aan eigenaars van groene stroominstallaties (in hoofdzaak zonnepanelen). Maar ze zitten nu wel op een berg groenestroomcertificaten, met een geschatte waarde van meer dan 700 miljoen euro, die ze niet verkocht krijgen aan de energieleveranciers.
Wie moet die rekening betalen is hierbij de grote hamvraag. De Vlaamse overheid of de verbruiker via de elektriciteitsprijs?
1. Stroom kost meer, gas minder
Gemiddeld is elektriciteit voor een gezin met een doorsnee stroomverbruik in 2012 een fractie duurder geworden. Stroom werd 0,71 procent duurder. In euro’s gerekend komt dat neer op vijf euro extra voor een gezin met een gemiddeld verbruik (3.500 kilowattuur).
Maar gezinnen die zich met aardgas verwarmen kwamen vorig jaar een pak voordeliger uit vergeleken met 2011. De gemiddelde gasprijs daalde in 2012 met ruim vijf procent. In euro’s betekent dat een besparing van 77 euro voor wie zich met aardgas verwarmt.
2. Prijsbrekers zijn minder voordelig
Elektriciteit en aardgas bij een prijsbreker kopen, leverde in 2012 een kleinere besparing op. De voorbije jaren liep het verschil tussen de laagste energieprijzen en de gemiddelde prijs gemakkelijk op tot 500 euro. Vorig jaar is het verschil teruggevallen tot 330 euro, heeft de Vreg berekend.
Wat elektriciteit betreft, gaat het om een besparing van 77 euro, voor aardgas om 252 euro. Voor de top van de Vlaamse energieregulator blijft het hoe dan ook meer dan de moeite waard om ook in 2013 energieprijzen te blijven vergelijken.
3. Iedereen wil vaste tarieven
Zowel voor elektriciteit als aardgas zijn vaste tarieven sinds begin vorig jaar zeer in trek, met dank aan de beslissing van de regering om de elektriciteits- en gastarieven te plafonneren. Deze prijsblokkering gold toen enkel voor de variabele tarieven.
De energieleveranciers hebben daarop ingespeeld door werk te maken van aantrekkelijke aanbiedingen van vaste tariefformules.
Met als resultaat dat zowel voor stroom als voor aardgas het gemiddelde prijspeil van de vaste contracten nu lager ligt dan van de variabele contracten. Het prijsverschil is aanzienlijk. Een gezin met een doorsnee elektriciteitsverbruik betaalt circa 700 euro per jaar met een vast contract. Bij een variabel contract loopt het bedrag op tot 760 euro.
Een andere vaststelling. Gemiddeld is elektriciteit vorig jaar wel 0,71 procent duurder geworden. Maar dat is het resultaat van een daling van de gemiddelde prijs bij vaste contracten met 3,6 procent en een stijging van de variabele prijzen met ruim 4 procent.
Bij aardgas is het prijsvoordeel van vaste tegenover variabele contracten nog zeer beperkt. Twintig à dertig euro op een jaarfactuur van circa 1.550 euro voor een gezin met een gemiddeld gasverbruik (inclusief verwarming). Dat komt omdat de vaste prijzen pas eind vorig jaar onder die van de variabele contracten zijn gedoken. Het wordt dit jaar uitkijken of deze trend zich doorzet.
4. Tarievenjungle groeit nog aan
Het tarievenaanbod van de energieleveranciers ging vorig jaar heel verschillende kanten uit.
De meest opmerkelijke vaststelling? Het aantal tariefformules voor aardgas steeg in 2012 zeer fors. Van 26 naar 32 tariefformules. De waaier aan stroomtarieven voor de gezinnen werd iets kleiner (van 49 naar 46) maar het aanbod voor de kmo’s werd dan weer groter (van 48 naar 51).
De Vreg vindt dat uitgebreide aanbod een goede zaak. Het toont volgens directeur Dirk Van Evercooren aan dat leveranciers er werk van maken om de consument een energietarief aan te bieden dat op zijn of haar maat is geschreven. De top van de Vreg vindt dat de consument die de prijsvergelijker van de Vreg raadpleegt, vrij gemakkelijk zijn weg in dit grote tariefaanbod kan vinden.
Maar er werd wel onmiddellijk aan toegevoegd dat de verbruiker goed moet nadenken waar hij de prioriteit aan geeft. Ofwel legt hij de klemtoon op de prijs, ofwel op de dienstverlening of op de zoektocht naar groene energie.